Voor vakantie onder schooltijd kan alleen een uitzondering op de hoofdregel gemaakt worden als je kind tijdens de schoolvakanties niet op vakantie kan gaan door de specifieke aard van het beroep van (één van) de ouders. In dat geval mag de directeur eenmaal per schooljaar je kind vrij geven, zodat er toch een gezinsvakantie kan plaatsvinden. Het betreft de enige gezinsvakantie in dat schooljaar. Bij je aanvraag moet een werkgeversverklaring worden gevoegd waaruit de specifieke aard van het beroep én de verlofperiode van de betrokken ouder blijken.
Verder dien je met de volgende voorwaarden rekening te houden:
1: in verband met een eventuele bezwaarprocedure moet de aanvraag ten minste acht weken van tevoren bij de directeur worden ingediend, tenzij je kunt aangeven waarom dat niet mogelijk was;
2: de verlofperiode mag maximaal 10 schooldagen beslaan;
3: de verlofperiode mag niet in de eerste twee weken van het schooljaar vallen.
Helaas komt het wel eens voor dat een leerling of een gezinslid tijdens de vakantie ziek wordt, waardoor de leerling pas later op school kan terugkomen. Het is van groot belang om dan een doktersverklaring uit het vakantieland mee te nemen, waaruit de duur, de aard en de ernst van de ziekte blijken. Op die manier voorkom je mogelijke misverstanden.